In het moderne leven zijn wij niet meer zo gewend aan natuurlijke kleuren.

Door gebruik van natuurlijke materialen, zoals oude heemplanten, schillen, 
zaden en bessen, komen de meest wonderlijke werelden terug. 
Een echo uit het verleden, van heel, heel ver terug. 
Vergeten kleuren, waar de oude schildermeesters zoals Rembrandt, Vermeer en van Gogh, al mee werkten.

Het vervaardigen van natuurlijke kleuren uit materialen van Hollandse bodem en licht, kan gezien worden als een groot erfgoed der Nederlanden.
Bijvoorbeeld de kleurtinten rood, zoals Het meisje met de rode hoed van Vermeer, komen van de plant Meekrap. De kleur zit in de wortel, 
deze groeit drie jaar onder de grond en wordt vervolgens nog twee jaar gedroogd. 
Het rijpingsproces van vijf jaar geeft een ongekende intensiteit aan de kleur.

De oude schildermeesters hadden verfijnde schildertechnieken én kennis van deze scheppende kleuren, waarmee het weergeven van licht in een schilderij tot magische uitdrukking kon komen.”

 

        
 

Ik werk graag met bovengenoemde scheppende kleuren en natuurlijke materialen.

Rood geeft je kracht en bescherming.
Oranje een zachte intimiteit en speelsheid.
Geel laat je stralen en weten wat je wilt.
Groen verzacht pijn en doet je smelten in een zee van liefde.
Turkoois geeft je vleugels in een nieuwe dimensie.
Blauw geeft je een stem en brengt verbinding.
Indigo is voor inzicht, dwars door de sluiers.
Paars is het weten wat er was, wat er is, wat er altijd zal zijn.
Wit is alles waarin alle kleuren zich vinden,
alles is in alles, is in alles, in alles.